Stigmadenken op het werk

Ik heb er tot aan mijn 43 e levensjaar voor gekozen om niet open te zijn over mijn eigen kwetsbaarheden. Wat mijn kinderen betreft was ik altijd wel open maar zelf wilde ik graag overkomen als een sterke vrouw. Die haar mannetje stond en die niet zielig was of zou worden gevonden. Ik durfde het gewoonweg niet, bang als ik was voor de gevolgen en de ongezouten meningen van anderen.

Om een voorbeeld te geven: zelfs in de laatste jaren die ik bij mijn werkgever in dienst was, en tegelijkertijd ziek thuis, heb ik alleen durven zeggen dat ik “psychische klachten” had. Dat was al meer dan genoeg voor mij. Ik had namelijk tijdens mijn ziekteproces de illusie of de ijdele hoop dat ik terug zou kunnen keren in de organisatie. En ik wist/dacht dat niemand mij meer serieus zou nemen als ze zouden weten dat ik een “duurzame” psychiatrische diagnose ha. Ik werkte namelijk voor een overheidsinstantie met een heel grote voorbeeldfunctie (in onder andere waakzaamheid). Waar falen geen optie is. En als ik binnen de organisatie zou blijven, wat ik dus eerst ook nog hoopte omdat ik eigenlijk heel trots was om voor die instantie te mogen werken, dan had ik dus zo mijn kwetsbaarheden waar ik op “gepakt” zou kunnen worden.

Dat dat een feit zou zijn, dat stond als een paal boven water. In de organisatie waarin ik werkte werd vaak genoeg gesproken over mensen die ze “niet allemaal op een rijtje hadden”. Er werd bij het koffieapparaat gegrapt dat er in de organisatie “van die ADHD-ers of autisten werkten” waarvan men het idee had dat die ook meestal verslaafd waren aan iets. En men vond het raar en onvoorstelbaar dat dat soort mensen door de selectie gekomen was! Je moest vooral normaal en in balans zijn. En dat betekende voor hen dus dat je geen psychische kwetsbaarheid mocht hebben.

Eigenlijk was men bang voor alles wat net even anders was, vooral in psychische zin. Maar zolang dat soort mensen de “ver van hun bed show” bleef konden ze er nog om lachen.

Dus deed ik alsof ik de, in hun ogen, “normale mens” was. En vertelde ik ze dus niet, toen ik nog werkte, dat ik na mijn werk heel snel naar de therapie ging, die ik toen al een tijdje volgde. Als ik dat had verteld hadden ze er minimaal “iets” van gevonden en hun vraagtekens gezet bij mijn carrièrewensen. Terwijl ik met de juiste hulp en begeleiding echt een redelijk “normaal” mens kan zijn die (onder andere) vriendelijk is, die goed kan luisteren en analyseren, en die bovenal een harde werker is. Het grootste deel van mij was, en is, namelijk nog steeds een gezonde volwassene. Ik heb alleen als onderdeel van mijn mens-zijn een psychische kwetsbaarheid.

Ik durfde er dus niets over te zeggen en ik durfde me niet ziek te melden al had ik het soms nog zo zwaar. Me ziek melden zou falen zijn en daarnaast voelde ik me zo enorm verantwoordelijk voor het bedrijf, ik kon het de organisatie gewoon niet aan doen!

Na een lange tijd van een wankel evenwicht moest ik me helaas toch ziek melden. En omdat ik nooit iets had verteld dacht men dat ik een beetje te veel hooi op mijn vork had genomen en dat ik vooral maar weer snel naar het werk moest komen. Men was van mening dat de drempel anders te hoog zou worden voor mij om terug te keren.

Maar die drempel was inmiddels voor mij al te hoog geworden om te worden genomen.

Ik kon niets meer, zelfs niet naar het werk komen voor een kop koffie om te werken aan mijn re-integratie.

Na een jaar (heen en weer) soebatten over het al dan niet weer aan het werk gaan werd het mijn werkgever duidelijk dat ik niet “slechts” te veel hooi op mijn vork had genomen. Want daar ging men ondanks alle adviezen van de bedrijfsarts, nog steeds van uit. Iets anders kon het toch niet zijn bij een, op het oog, normaal mens zoals ik, dachten ze?

Na dat jaar kreeg ik eindelijk de rust die ik zo nodig had maar er was helaas veel schade aangericht. Ik was gekwetst tot op het bot, hoe kon het dat ze niet wisten dat je en normaal kon zijn en ook een psychische kwetsbaarheid kon hebben? Waarom namen ze me niet serieus? Waarom was “het zo snel mogelijk weer aan het werk gaan” hun enige doel? Maar ze wisten gewoon niet beter, weet ik nu.

Achteraf gezien weet ik nu dat ik veel beter en veel eerder wel open had kunnen zijn zodat mijn arbeidsverzuim niet zo uit de hand was gelopen en zodat ik niet in de WIA zou zijn beland.

Niet open zijn helpt niet maar ook open zijn lijkt soms niet te helpen, vooral als er geen veilige basis is. Dan kan het zijn dat je in je eentje aan het vechten bent tegen de windmolens en dat win je dus ook nooit.

Maar wat moet je dan? Je hebt natuurlijk openheid in verschillende soorten en maten. En je hebt openheid in verschillende contexten. Voor mij is dat heel lastig, ik ben een behoorlijke zwart -wit denker dus voor mij geldt vaak of je bent open en je vertelt alles aan iedereen of je doet alsof er niets aan de hand is. Voor mij is het in de toekomst dus een grote uitdaging om ergens in het midden te gaan zitten. Want dat lijkt voor nu het beste om te doen.

Ik hoop dat ik, door er over te schrijven, de gulden middenweg ga vinden. En daardoor, ondanks of juist mede dankzij mijn psychische kwetsbaarheid, nog sterker zal gaan worden!

6 comments

  1. Hey..
    Zelfde weg bewandeld.. ik worstel nog over mijn openheid over mijn psychische kwetsbaarheid. Nog te veel vragen en te veel voorbeelden waarbij mijn mede genoten niet serieus genomen werden…
    Wat een dilemma’s…
    Bedankt voor het delen van je verhaal.

    Like

  2. Moedig en mooi dat je dit met ons deelt. Psychische klachten kunnen een lastig dilemma vormen. Er kleeft een stigma van “zwakte” aan. Ik ben momenteel zelf een eerstelijns GGZ-patiënt. Vorig jaar november kwam ik daar terecht vanwege een zware depressie. Daar ben ik zelf altijd heel open in geweest. Op mijn blog, maar ook in gesprek met directe collega’s op mijn werk. Dat kon omdat ik me veilig genoeg voelde bij deze werkgever. Het mooie van openheid is dat je er veel openheid voor terug krijgt. Ik heb soms heel verrassende gesprekken waarbij iemand zijn/haar ervaringen over eigen psychische klachten of die van een naaste met mij deelt. Dat zijn de mooiste en meest heilzame gesprekken voor me. Jouw openheid in je blog maakte dat ik mijn verhaal met je wilde delen, om je te steunen. Sterkte!

    Like

  3. Hoi Anne-Marie,

    Ik lees elke week je blog. Ik vind je een supervrouw en supermoeder. Moest ik even kwijt!

    Groetjes Ellen

    Like

Geef een reactie