Een paar weken geleden zag ik tijdens het programma “Op 1” drie dappere moeders die hun dochters in liefde uit hun leven hadden laten gaan. De meisjes gingen jarenlang gebukt onder zwaar psychisch lijden en hadden er bewust voor gekozen om niet meer te willen leven. Na jarenlange behandelingen en proberen te werken aan hun herstel hadden ze besloten dat dit leven, onder deze condities, voor hen geen waardig leven was. Als dit voor hen herstel was, dat ze zo gebukt zouden moeten blijven gaan onder het psychische lijden, dan hoefde het leven voor hen niet meer.
De moeders vertelden hierover en gaven enerzijds aan blij te zijn voor hun kinderen dat hun diepste wens gehonoreerd was en anderzijds vertelden ze diep bedroefd te zijn omdat zij het zo graag anders hadden gewild voor hun kinderen.
Een psychiater die bij één van de meisjes het hele proces van aanvraag van de euthanasie tot aan het moment van overlijden had mogen begeleiden, vertelde dat het steeds vaker voorkwam: mensen die zo ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden dat ze een aanvraag voor levensbeëindiging doen.
Het afgelopen jaar waren er 154 mensen waarvan daadwerkelijk het leven is beëindigd door euthanasie bij psychisch lijden. Dat lijkt misschien veel maar uiteindelijk betreft het “maar” 1,5 % van het totale aantal van euthanasie-overlijdens in Nederland.
Ik was behoorlijk ontdaan van de verhalen van deze moeders, zo moedig maar ook verdrietig vond ik het. Hun verhalen zetten mij wederom aan het denken over psychisch lijden en herstel omdat ook de herkenbaarheid mij trof. Ik maak het namelijk in mijn professionele praktijk steeds vaker mee. Mensen die zo graag willen stoppen met het leven omdat zij enorm lijden onder de uitzichtloosheid die zij ervaren door hun ondraaglijk lijden.
Toen ik voor het eerst met een cliënt over euthanasie sprak schrok ik daar eerlijk gezegd in eerste instantie een beetje van en moest ik mij toch wel even verhouden tot dit onderwerp.
Ik werk als ervaringsdeskundige namelijk in principe vanuit de herstelvisie en ik wil, door goede zorg te leveren, bijdragen aan het herstel van mijn cliënten. Herstel stond daarin voor mij voor het uiteindelijk leren leven met de aandoening en/of de kwetsbaarheid.
Mijn insteek in mijn werk is dat herstel in principe voor iedereen mogelijk zou moeten zijn. Dit doe ik door te laten zien en voor te leven dat je stappen kunt zetten in je herstel. Stappen die je niet alleen zet door behandelingen te volgen (behandeling is namelijk vaak maar een klein onderdeel van het gehele herstelproces) maar ook door bijvoorbeeld op zoek te gaan naar steunbronnen en contact met lotgenoten of het vinden van een passende vorm van dagbesteding.
Het kan echter gebeuren dat er mensen zijn die je als hoopverlener begeleidt die verder herstel bij zichzelf helemaal niet zien gebeuren. En dat hij of zij daar enorm onder lijdt. En dan is het wel even schakelen als je er vanuit gaat dat voor iedereen herstel in leven mogelijk is.
Het deed mij beseffen dat ik dat voor mezelf nog niet voldoende had uitgezocht en in mijn hart had verankerd en ik ging daarom zoeken naar houvast in mezelf en in mijn visie op herstel om toch ook deze wens een plek te kunnen geven binnen de herstelvisie.
En ik kwam er achter dat het eigenlijk bij herstel steeds maar weer gaat over het maken van een eigen keuze, en het zelf aan het roer van je eigen leven gaan staan. En daar kan mijns inziens ook de keuze voor levensbeëindiging onder vallen. Hoe verdrietig het ook is als er echt geen hoop meer is op een waardig leven. Toch is dit een eigen keuze waardoor iemand weer hoop kan ervaren. Hoop op een dood die waardig is en die in ieder geval niet zo eenzaam hoeft te zijn als dat deze kan zijn bij suïcide.
Ik ben van mening dat we hier meer over moeten gaan praten. Openheid en dit uit de taboesfeer halen kan zo’n verademing zijn voor velen. Echter, daar blijkt het in onze samenleving aan te schorten. Veel mensen vinden dit onderwerp te spannend, te confronterend en gaan het liever uit de weg. Men wil zich hier niet mee inlaten, bang als dat men is voor de eventuele gevolgen.
Toch blijkt het erover praten voor veel mensen juist ook de weg “terug” te zijn. Terug naar toch verder willen leven nadat men openlijk de opties voor de dood heeft kunnen bespreken.
Herstel is een uniek en persoonlijk proces, dat voor elk mens anders is. Aan herstel werken doen mensen zelf en ondersteuning van anderen (en van de zorg) moet aansluiten bij het persoonlijke proces. Vergroten van zelfregie en eigen keuzen zijn hierin van groot belang. Praten over de dood en het honoreren van een wens voor levensbeëindiging kan hier ook bij horen, hoe verdrietig dit dan ook is.
De moeders van de drie dappere meiden hebben hier het voortouw in genomen. Zij hebben hiervoor de stichting “In liefde laten gaan” opgericht. Een stichting die zich vooral richt op lotgenotencontact bij euthanasie en psychisch lijden. Want erkenning en herkenning door lotgenotencontact blijkt ook hierin weer heel helend te zijn.
Voor meer informatie kan je de site van https://www.inliefdelatengaan.nl/ raadplegen.
Wat heb je een heldere en prachtige vertaalslag gemaakt van dit onderwerp in relatie tot herstel – herstel van eigen regie. Dáár zit menswaardigheid in.
LikeLike
dankjewel!
LikeLike