Volgende week is het Valentijnsdag. Ik ben over het algemeen geen commerciële meeloper dus verwacht ik ook niet van mezelf dat er net nu, vlak voor 14 februari allerhande romantische gedachten in mij op gaan borrelen. Maar ik wil toch ook graag inspelen op de actualiteit en daarom kies ik vandaag, het is maar dat je het weet, weer een semi-romantische invalshoek voor mijn blog. Omdat een stevige liefdesbasis belangrijk is als je 2 van die intens levendige kinderen hebt, bij deze dan toch weer een heel klein beetje “inside information” over mijn “liefdesleven”.
Hoewel mijn leven nogal wiebelig kan zijn heb ik toch ook (en vraag me niet hoe het kan) al 25 jaar een liefdesleven met de man van mijn leven. Mijn rots in de branding. Mijn soulmate. En een echte leuke ook nog. Ik hou van hem. Maar de romantiek, daar ben ik niet zo goed in. Hij gelukkig ook niet,mijn Valentijn vindt het hand in hand op straat lopen al te veel gedoe, dus ikzelf kom er ook makkelijk mee weg.
Ruim 25 jaar geleden zagen wij elkaar heel romantisch voor het eerst op het Stratumseind in Eindhoven voor een café. Ik had het me toen eigenlijk al anders voorgesteld. Ik zou de liefde van mijn leven uiteraard heel ergens anders gaan ontmoeten. Bijvoorbeeld groots en meeslepend in het verre buitenland op een trektocht door Nepal of waar dan ook maar niet voor een café. In Eindhoven.
Maar goed, het was niet anders, we leken elkaar leuk te vinden en we spraken met elkaar over ditjes en datjes, koetjes en kalfjes en wisselden telefoonnummers uit. Drie maanden later woonden we samen. Ondanks het café bleek hij mijn prins op het witte paard te zijn. Inclusief leuke schoonfamilie en vrienden. Wat wil je nog meer?
Veel dus. We kochten een huis, wilden een kind en toen was het tijd voor een trouwerij. Ik hou nogal van voorspelbaarheid dus dit lag echt in de lijn der verwachting. Mijn prins denkt echter helemaal niet zo. Sterker nog, mijn enorme drang naar voorspelbaarheid staat lijnrecht tegenover zijn karakter. Hij is meer van “zo de wind waait, waait mijn rokje” of “wie dan leeft die dan zorgt”. Dus toen ik daar zo’n 25 jaar geleden eigenlijk al meteen achter kwam was dat wel “een dingetje”. En wilde ik hem gaan veranderen.
Hij moest wel want anders was het leven 1 grote verrassing en dat is voor mij niet te doen. Maar voor hem was het leven leven zonder verrassingen ook geen optie. We hebben elkaar geprobeerd te veranderen maar het lukte ons beiden niet. We hebben elkaar uiteindelijk geaccepteerd in onze extreme uitersten maar hoe het kan dat hij nooit bij me is weggegaan, is voor mij een raadsel.
Welgeteld 1 keer dacht ik dat hij mij echt zou verlaten. Ik had het die keer ook wel echt bont gemaakt. En de aanleiding was nog wel zo romantisch. Want toen wij 10 jaar bij elkaar waren vroeg mijn a-romantische prins op het witte paard mij (voor zijn doen) heel romantisch uit voor een weekendje op de Veluwe. En ik dacht meteen dat HET er dan vast van ging komen. En HET was dan voor mij “dat hij mij dan eindelijk ten huwelijk zou gaan vragen”. Ik had al helemaal bedacht hoe het zou gaan en ook hoe ik JA zou gaan zeggen. Want dat ging ik natuurlijk doen. Ik had mijn geliefde al wel eens (of meerdere malen) gepolst over zijn huwelijkswensen maar hij hield steeds de boot af. Trouwen hoefde hij niet zo nodig. Daar komen alleen maar scheidingen van, was zijn haarscherpe analyse. Maar na regelmatig de vraag te hebben gesteld of een huwelijk er in zat, leek het tij te keren. Na veel wikken en wegen leek het hem toch “wel leuk”. Een feestje, eeuwige trouw, geen ring want daar hield hij niet van maar misschien was trouwen zo slecht nog niet.
Maar zoals ik hiervoor al schreef: ik houd niet van verrassingen en zelfs ook niet van zorgvuldig geplande verrassingen. Ik had dus wel houvast nodig qua uitgangspunten. Allereerst was daar het huwelijksaanzoek dat nog moest worden gedaan. Ik had zelf bedacht dat hij mij dan tijdens dat weekendje zou gaan vragen. Als ik hem was dan zou ik dat in ieder geval doen. Maar wat zou ik nog meer doen als ik hem was en vooral wanneer? Ik schatte zo in dat hij het op de zaterdagavond bij het diner zou vragen. Dus daar stelde ik me dan maar op in. Had ik toch nog enige houvast.
Dus, toen wij het voorgerecht op hadden en hij mij nog steeds niet had gevraagd, kon het niet lang meer duren. Ik ging er eens goed voor zitten. Hij zou mij gaan vragen. En wel hier en nu. En hij vroeg me……. om nog een stukje brood. En in mijn hoofd gingen gelijk allerlei alarmbellen af. Want waar bleef het aanzoek?? Ik gaf hem het voordeel van de twijfel en tegelijk ook maar het brood en wachtte “rustig” af totdat hij het op had en uiteindelijk het broodmandje helemaal leeg gegeten had. Van spanning en ontzetting kon ik geen hap meer door mijn keel krijgen.
Ik hield het nog vol tot na het toetje. Mijn hoofd barstte bijna uit elkaar van de spanning. HET ging er niet van komen. Hij wilde niet of was het vergeten. Ik strompelde happend naar adem naar de hotelkamer om me daar als een soort van Miss Piggy heel hard huilend op het bed te laten vallen. Ik had er zo lang naar toe geleefd en ik dacht dat hij, dat hij………En ik schreeuwde het uit van boosheid tegen die stomme, niet romantische vent en ik riep hem toe dat ik bij hem weg ging omdat hij mij niet ten huwelijk vroeg……
Beduusd van al dat hysterische leed, keek hij bedenkelijk naar mij en zuchtte eens diep. Hij wist het niet meer……Voor dat moment. Dat hij zelf al lang een ander plan had dat wist ik dan weer niet. Hij had zorgvuldig een super romantisch aanzoek bedacht. Voor de dag daarop. Als we weer in Eindhoven zouden zijn. Om de hoek bij het Stratumseind, waar hij mij nu al weer 25 jaar geleden voor het eerst had gezien had hij mij willen vragen….
Verrassing of niet: hij vroeg me de volgende dag. En ik zei ja.
Mijn Valentijn. Voor altijd.