De arbeidsmarkt

Toen ik 18 was, en net mijn VWO diploma had gehaald, toen wist ik niet wat ik daarna moest gaan doen. Studeren was de norm en ook ik werd geacht een keuze te maken. Echt heel veel begeleiding bij de studiekeuze kregen we toen niet. Je koos voor een A- of een B-variant van het VWO en daarmee koos je gelijk voor een bepaalde richting voor je werkzame toekomst. Ik deed op school gewoon mijn best en had nooit een echte droombaan in gedachten gehad. Alhoewel, het was mijn droom om psycholoog te worden maar daar had je wiskunde voor nodig. En daar lag mijn talent dus zeker niet.

Mijn vader wist me te vertellen dat als ik rechten zou gaan studeren, ik alles zou kunnen bereiken wat ik maar wilde. De arbeidsmarkt beloofde veel goeds als het ging om juridische banen en rechten studeren leek een garantie op succes. De wereld zou aan mijn voeten liggen.

Met een kleine omweg studeerde ik in 1995 af. Dat was ook gelijk het jaar van mijn entree op de arbeidsmarkt. Deze was, ondanks de belofte van mijn vader, toentertijd juist weer enorm krap, vooral voor pas-afgestudeerde juristen. Ik was teleurgesteld en gedesillusioneerd dat de banen niet voor mij voor het oprapen lagen.

Ik was er toch wel erg aan toe om te gaan werken dus ik greep de eerste de beste baan aan die bij het arbeidsbureau voorbij kwam. Ik ging werken als secretaresse. Een echt vak waar je eigenlijk een opleiding voor moest, en moet, volgen maar het ging mij best goed af. Ik kletste me gewoon naar binnen en verder was mijn rechtenstudie blijkbaar een goede basis.

Na wat omzwervingen belandde ik bij de overheid als P&O-er. Dit door wat cursussen, zelfstudie en werkervaring op te doen. Zo werd ik uiteindelijk ook leidinggevende bij de grootste overheidsinstantie van Nederland. Ik had het goed voor elkaar, dacht ik. En werken als leidinggevende was mijn lust en mijn leven. Ik had daar ook niet voor doorgeleerd maar het was me, dacht ik toen, op het lijf geschreven.

Dit ging lange tijd goed tot maart 2013. Ik kwam ziek thuis te zitten met allerhande psychische klachten. En met elke dag dat ik langer ziek thuis zat, zag ik mijn kansen op een normale baan kelderen. Ziek thuis zitten en een uitkering krijgen, er was voor mij niets ergers dan dat. Hoewel mensen in mijn omgeving mij ook veroordeelden om mijn ziek-zijn drukte het daarover denken vanuit zelfstigma het zwaarst op mij. Het voelde als een schande, alsof ik een profiteur van ons stelsel was. Ik had gefaald. Ik was mijn werk kwijtgeraakt door psychische klachten. Het zou nooit meer goed komen. Psychisch ziek zijn was voor mij in eerste instantie zo ongrijpbaar! Het was ongrijpbaar voor mezelf maar ook voor andere mensen in mijn omgeving. Ze konden er ook niks mee en dachten dat het “gewoon doorwerken” best zou gaan. In ieder geval na een paar weken thuis te zijn geweest.

Ondanks dat ik mijn werk bij de overheid niet meer kon doen en dat dat steeds langer ging duren ging mijn “werk” als moeder thuis gewoon door al was het maar minimaal wat ik aan kon. Ik kon mijn kinderen gewoonweg niet in de steek laten. Ik verrichtte dus wel degelijk werk. Hoewel ik het allemaal “half half” deed moest dit gewoon doorgaan.

Daarnaast ging ik op een gegeven moment vrijwilligerswerk doen. Ter bevordering van mijn herstel. Maar het is allemaal geen “echt werk”. Althans zo wordt het niet gezien. Echt werk is betaald werk. Dan doe je pas weer echt mee en pas dan doe je er weer toe.

En dus heb ik nu, nu ik echt weer graag aan de slag wil met “echt werk”, een gat in mijn CV. En dat helpt niet bij het solliciteren, merk ik nu. Naast het feit dat ik nu al 4 jaar uit het arbeidsproces ben, ben ik ook nog eens voor werkgevers een “oudere” werknemer (want 45 +) en ik heb dus zo mijn beperkingen. Ik kan maar maximaal 16 uur werken, heb nooit iets gedaan met mijn studie rechten en ben een selfmade P&O-er en leidinggevende. Dat maakt het er allemaal niet makkelijker op. Ik solliciteer momenteel bijna elke week maar het lukt me tot op heden niet eens om op gesprek te mogen komen. En dit terwijl de arbeidsmarkt toch aantrekt. De banen liggen zelfs weer voor het oprapen. De kranten staan er vol mee.

Mijn vader leeft niet meer maar in mijn hoofd hoor ik hem zeggen dat er voor mij toch ook wel iets bij moet zitten? Een leuk baantje als jurist bijvoorbeeld? Had mijn vader me destijds geadviseerd om in de ict, techniek, bouw of het onderwijs te gaan dan had ik nu wellicht meer kansen gehad op een baan. Maar dat dacht ik ook toen ik rechten ging studeren. Toen was dat een veelbelovende studie, nu in mindere mate.

Het leven kan raar lopen en de arbeidsmarkt is een steeds veranderend gegeven. Je kunt nog zo weloverwogen een studiekeuze maken die op dat moment bij jou en bij de arbeidsmarkt past, je hebt toch nooit zekerheid voor de toekomst.. Er kan iedereen iets overkomen waardoor het leven minder maakbaar wordt. En moeten die mensen dan allemaal maar aan de zijlijn blijven staan kijken naar de anderen die het wel lukt hun hoofd boven water te houden?

Ik hoop voor mezelf en voor alle anderen die worstelen met gaten in hun CV (om welke reden dan ook), dat er een werkgever is die mijn CV in perspectief kan zien. Die mijn laatste 4 jaar niet als een gat ziet maar meer als een periode van deskundigheidsbevordering. Deskundige in het leven van het leven zoals het komt. Die ervaring had ik namelijk nog niet eerder opgedaan en die is voor mij van grote waarde. En die ervaring is nog waardevoller dan welke studie of werkervaring ook.

 

 

Geef een reactie