Echt werk: ik doe het al. Althans, dat vind ik zelf. Ik noemde het al eerder, het werk dat ik momenteel doe, ook al is het vrijwilligerswerk, is voor mij wel degelijk Echt Werk.
Door dit werk merk ik beetje bij beetje hoe ik weer gewaardeerd kan worden. Ik er weer toe doe. Hoe ik weer aan mijn talenten kan gaan werken in plaats van dat ik de nadruk leg op dingen die niet goed gaan. Ik leer hoe ik, ondanks mijn psychische kwetsbaarheid, mee kan doen. Terwijl ik dat nooit had durven dromen. Nooit. De participatiemaatschappij is zo gek nog niet. Ik weet het nu zelf ook.
Ik wist het al , voor mij is werk: het uitvoeren van taken en het nemen van verantwoordelijkheden die goed bij mij passen en die ik ook nog leuk vind om te doen (voor een ander, een bedrijf of een organisatie) op bij voorkeur vaste tijden en dagen. Met echte collega’s en het weer echt een onderdeel van een team zijn. En dat doe ik nu en dat heb ik nu. Daarnaast is werk ook voor mij weer het mijn eigen geld kunnen verdienen, zelfredzaam kunnen zijn zonder afhankelijk te zijn van een uitkeringsinstantie. Ik wil dat kunnen zoals ieder mens dat wil. Niet om 4 keer per jaar op vakantie te kunnen (ik moet er niet aan denken) maar om autonoom te kunnen zijn. Autonomie is wat mij betreft een eerste levensbehoefte. Autonomie geeft je vrijheid van keuze en handelen. Tot op zekere hoogte. En dat hebben we allemaal nodig. Ik ook. Maar lukt dat alleen met betaald werk? Wanneer is werk echt?
Dat antwoord is dus heel duidelijk: als het geld oplevert. Ik moet weer werken voor geld, om het even wat voor werk als het mij maar niet te veel belast. En bekijk je dan de functiemogelijkhedenlijst die is opgesteld door mijn arbeidsdeskundige dan blijft er helaas niet zoveel over. Ik ben namelijk nogal snel overbelast. Tenzij ik het zelf kan doseren. Maar zo zijn de regels niet bedoeld. Ik snap het. En ik hou ook eigenlijk wel van regels, ze geven duidelijkheid en kaders voor als het nodig is. De vraag is alleen wanneer het nodig is…
Maar goed, er moet dus iets anders voor mijn huidige werk in de plaats komen.En over precies een jaar moet het er van komen. Want hoewel ik inmiddels voor een flink deel ben afgekeurd voor mijn oude werk kan ik volgens de uitkerende instantie vanaf 2018 wel weer voor een klein bedrag gaan werken. En ik begrijp dat. Ook zal ik de laatste zijn die zegt dat iedereen zo lang mogelijk gebruik mag maken van een uitkering als hij of zij dat wil. Maar het “moeten” dat ik ervaar geeft mij nu een enorm drukkend “Zwaard van Damocles” gevoel. Ik heb namelijk nog helemaal niet het vertrouwen in mijn herstel en de voortgang er van. En ik ben zo bang dat het me niet gaat lukken. Mede door die druk. En toch moet het. Regels kunnen niet altijd de realiteit volgen. Ik snap het. Dus ik doe het.
Ongeacht mijn toestand zal het over een jaar zo ver moeten zijn. Zo niet dan hangt het zwaard niet meer boven mijn hoofd maar hakt het mijn figuurlijke kop er af. En zullen we in het ergste geval moeten verhuizen van ons veilige buurtje waar de buren ons helpen als het nodig is naar daar waar een sociale huurwoning voor ons betaalbaar is. En dat is natuurlijk niet het einde van de wereld maar ons fijne “eigen regie” burennetwerk helemaal kwijtraken, dat is voor mij wel een regelrechte ramp. Daar hebben we zoveel aan, blindelings voelen we elkaar aan waar hulp nodig is en waar niet. Wij vormen samen de ideale “Wij Eindhoven” gemeenschap waar iedereen het meeste zelf doet op eigen kracht en vaak ook samen tenzij het niet anders kan. We kunnen eigenlijk zo in een commercial van de gemeente Eindhoven. Maar als dat wegvalt, als ik niet meer het warme bad kan voelen van mijn tweede familie, dat alles en meer maakt mij zo bang dat ik, als ik zo door ga, weer zou kunnen instorten van de stress.
En ondanks dat ik me dan aan de regels heb gehouden heeft iedereen eigenlijk iets verloren en beginnen we weer van voren af aan. Omdat regels nu eenmaal regels zijn…
Snap jij het?
Mooie tekst, begrijpelijk ook hoe dat zwaard boven je hoofd moet voelen. Gelukkig heb jij bewezen te kunnen werken met alles wat daarbij hoort. Hopelijk vindt je tegen die tijd wel iets wat je net zo past als het communicatiewerk wat je nu doet!
Groetjes je – bijna- oud-collega.
LikeLike
Dankjewel lieve Nills, dank je dat je in me gelooft. Nu ik zelf nog maar het kan, dat laat jij steeds weer zien!!
LikeLike