mijn kleine boeddha

Ieder jaar is het weer hetzelfde verhaal. We moeten met jongste naar de downpoli. Voor ingewijden zal direct duidelijk zijn wat dat is, voor niet ingewijden: dit is een hele efficiënt ingedeelde dag in het ziekenhuis waar we in 1 keer alle risicofactoren en gezondheidsvraagstukken van jongste met verschillende zeer vriendelijke en professionele medische disciplines bekijken en beoordelen.

Je moet weten, dit doen wij elk jaar vanaf dat jongste 1 jaar oud is. De downpoli is een fijne, efficiënte maar heel erg zware en vermoeiende dag voor iedereen maar vooral voor jongste. Hij moet namelijk vanaf, als we geluk hebben, half 11 s’ochtends een programma afwerken waar je U tegen zegt.

We starten bij de de ortoptist met druppels en testjes, gaan dan naar de oogarts, door naar de KNO-arts, de kinderarts, de fysiotherapeut, de ergotherapeut, het audiologisch centrum, de ORO, het spreekuur van de ouders van kinderen met down en dan als slotact mag jongste nog even bloedprikken en heupfoto’s laten maken.

Tijdens al deze bezoekjes moet jongste het beste van dat moment laten zien. In moderne bewoordingen gezegd en gezwegen: dat gaat hem niet worden dus. Ik zou dat als het mij betrof ook niet kunnen. Iedere half uur je kunstjes laten zien, vaak in je ondergoed. En dat een hele dag lang. Ik zou ook mijn kont tegen de krib gooien. En dat doet jongste dan ook. Deze dag geeft jongste zoveel prikkels dat we hem zwetend en huilend aan het eind van de dag in de auto zetten om dan in een diepe slaap te vallen. Bijna niet voor rede vatbaar. En geef hem eens ongelijk…..Ik ben dat dan inmiddels ook niet meer, voor rede vatbaar.

Maar toch, na die dag verzuchten wij altijd dat we wel alles weer hebben gehad in 1 keer.  En dat alle disciplines er samen naar kijken goed is en fijn, anders rijd je maandelijks naar verschillende specialisten en doen we alles zonder samenhang. Niet efficiënt en doelmatig. Dus het is goed zo.

Wat minder goed was, was het bericht dat ons meneertje obees dreigt te worden of zelfs al is.

Obees, mijn kind.

Ik ben het helaas zelf ook door mijn eetbuien en daar schrijf ik, als ik het durf, binnenkort ook een stukje over. Maar mijn kind? Daar zorg ik veel beter voor dan voor mijzelf….Hoe kan dit zo tussen mijn vingers door zijn geglipt??

Ik googelde het even, OBEES, want ik had het niet zien aankomen en dacht even dat het ook nog iets anders kon betekenen dan alleen corpulent of zwaarlijvig. Helaas las ik dat ik het wel goed had verstaan en echt wist wat het was. Jongste is volgens de definitie het volgende: Obees is wie een B.M.I. (body mass index) heeft tussen 30.0 en 34.9.

Dat is dus niet goed. En het verbaasde me eigenlijk ook niet. Elke dag zag ik toch zijn in mijn ogen schattige spekjes en zag ik zijn boeddha buikje groeien. Oudste is nogal een spijker en eet bijna niets. Hij kan zelfs, als ik er niet ben, bijna een hele dag na het ontbijt op school vergeten te eten en te drinken. Totdat hij duizelig van honger en dorst huilend en hyperventilerend op de bank ligt en zegt bij mijn thuiskomst dat ik toch echt de huisartsenpost moet bellen. Wat drinken en eten maakt een ritje naar het ziekenhuis weer overbodig maar we schrikken er altijd wel enorm van. Wat een geluk dat jongste alles lust van gezonde boterhammen tot zelfs de zelfgemaakte raw vegan taart aan toe! Dat was voor mij alleen maar leuk en fijn en een zorg minder. Die zou niet omkomen van de honger. Het was een lekkere eter. Toch??

Eerlijk? Ik had het natuurlijk ook wel aan zijn steeds groter wordende maat kunnen zien… Hij of beter gezegd zijn buik had altijd al een haat- liefde verhouding gehad met broeken met een knoop maar de laatste tijd paste hij ook zijn speciaal daarvoor aangeschafte joggingbroekjes niet meer. Ik had het kunnen weten maar ik had het niet gezien. Niet echt denk ik nu. Ik vond en vind hem mooi zoals hij is. En dan kun je dus ook dingen over het hoofd zien…..Dom maar nu nog omkeerbaar.

Maar goed, vanaf die dag op de downpoli, vanaf dat moment was hij dus van lekkere eter veranderd in een risico voor zichzelf. En bij downsyndroom is het risico op allerhande chronische gezondheidsklachten nog eens 50 % groter dan bij normale kinderen dus moeten we helemaal opletten. Het is nl zo dat jongste zijn eigen grenzen qua eten niet voelt. Dat leidt bij hem tot chronisch overeten. Downmensen hebben dat vaker.

Reden temeer dus om aan de rem te trekken. Door mezelf. Hij voelt het niet aan en weet het ook niet dus ik ging de grens voor hem bepalen zoals een goede ouder betaamd. Ik ging over op voorzichtig rantsoeneren om te kijken wat het effect zou zijn. Ik stopte iedere dag 6 boterhammen met gevarieerd beleg in zijn brooddoosje met de boodschap dat hij  alleen boterhammen uit die doos mocht eten. En dat deed hij braaf.  Hij liet zich gewoon afremmen. En ik bleef en blijf volharden, ik ga er mee door. Want het gaat om zijn gezondheid. Zijn leven. En het ging en het gaat goed. Ik zag al snel dat zijn buikje dunner werd. En we besloten er een levenslang project van te maken.

En hoe lastig het dan ook mag zijn voor mezelf om mezelf af te remmen qua eten hoe gemakkelijk dit me voor hem afgaat. En dat zette mij weer aan het denken. Heb ik dan wel de wilskracht voor hem en niet voor mezelf? En komt dat echt omdat ik mezelf veel minder belangrijk vind dan mijn kinderen? Zij hebben mij nodig dus ik moet ook gezond blijven….Voor mezelf en voor hen.

Food for thought dus.

Voor de volgende blog. Of die erna.

Misschien.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s