mijn veilige rockers*

Een paar jaar geleden zat ik bij de psychiater. Ik vertelde haar dat ik me zo down voelde en dat dat maar niet weg ging. De psychiater was van het inlevende type dus vroeg ze me wat ik vroeger heel graag deed. Ik moest eerst heel hard nadenken over het begrip “vroeger”. Wat was vroeger voor mij in het hier en nu? Was vroeger als in mijn kindertijd, vroeger als toen ik nog geen kinderen had of vroeger als toen ik nog kon lachen?

Ze bedoelde het laatste. Wanneer had ik voor het laatst echt flink genoten en gelachen? Genoten van wat ik deed. Had ik een hobby, deed ik graag iets samen met anderen, iets alleen, iets ter ontspanning?

Ik dacht diep na want ik had nooit zo heel veel hobby’s gehad. Ik speelde vroeger graag met Barbies en knipte nog liever hun haren eraf. Ik speelde ook veel buiten met de buurjongens. Niet iets wat je nu kunt oppakken als vrouw van 46. Ik blonk nooit uit in sport, sterker nog, als het jazzballetclubje waar ik een blauwe maandag op zat naar links hupste dan hopste ik steevast naar rechts want ik had de instructie niet echt meegekregen en qua motoriek bakte ik er ook niet veel van. Zelfs het kijken naar sport kon mij niet bekoren, het was vooral saai en langdradig. Lezen, daar had ik de concentratie niet voor. Winkelen, daar werd ik te overprikkeld van of ik gaf teveel geld uit. Meer kon ik niet verzinnen. Ik had altijd gewerkt en gezorgd. Ik wist het gewoon niet meer.

Totdat ik dacht aan de muziek. De herinnering aan muziek maken in een band kwam boven, iets wat ik met zoveel liefde en passie had gedaan! Eerst op de middelbare school en later bij de studentenvereniging. Ik zong in meerdere bands en pop groepjes maar sinds de geboorte van mijn zorgintensieve kinderen was er van zingen niet echt veel terechtgekomen.

De psychiater vroeg me of het een idee zou zijn om weer zoiets op te pakken, lekker low level therapeutisch zingen met anderen? Dat zou me vast bevallen.

En ik bedacht na allerlei mitsen en maren te hebben doorgesproken dat ik dat maar weer eens ging doen. Ik nam me voor weer te gaan zingen in een band.

Stiekem dacht ik eerlijk gezegd al aan mijn doorbraak in de rockscene van Eindhoven want ik wilde natuurlijk wel wat bereiken. In ieder geval wilde ik stralen op een podium zodat mensen zouden zien hoe stoer ik was. Ik fantaseerde al dat ik speelde op allerlei ruige festivals met een stel stoere, bier drinkende bandleden die op snoeiharde gitaren de sterren van de hemel speelden met hun met tatoeages bezaaide armen.

De vraag was: hoe vind je zo’n band met ruige rockers? Zo doorgewinterd in de rockscene was ik nou ook weer niet. Op naar de muziekschool dus!

Ik zat daar in een proefles om andere bandleden te ontmoeten toen ik werd aangesproken door een mevrouw die orgel kon spelen en samen met iemand een bandje wilde beginnen. Dat was haar passie en ze wilde dat gaan doen met mij. Ik schrok enorm en stamelde dat haar passie niet geheel in mijn genre paste en liep snel weg. Zo zou ik mijn stoere hardrockers natuurlijk nooit ontmoeten! Na heel wat omzwervingen kon ik op auditie komen bij Men in Black.

Klonk goed, best stoer en Johnny Cash was altijd al mijn held. Gespannen ging ik naar de studio waar ze repeteerden. Toen ik de studio binnenkwam wilde ik gelijk rechtsomkeert maken omdat ik dacht in de verkeerde ruimte te zijn terechtgekomen. Dat gebeurt me dagelijks dus zo raar was dat ook niet. Ik dacht dat omdat er geen ruige rockers maar een 4 tal kantoor meneren stond te spelen. Niet van het ruige type maar totaal het tegenover gestelde type van ruig. Saai!! Ik zei snel sorry en draaide me om om weg te gaan. Ik zat verkeerd. Maar ze lieten me niet gaan . Zij waren nl. Men in Black. Ik dacht dat ik zou gaan hyperventileren van de schrik. Dit was niet mijn droomband! Dit was een nachtmerrie. Zo zou mijn muziek carrière nooit van de grond komen. Ik kon wel huilen.

Ik was zo moe van het zoeken naar mijn groots en meeslepende rockband dat ik mezelf toe stond om even te blijven luisteren. Naar huis gaan was ook zo demotiverend. Ik was er nu toch. Ik rustte wat uit. En je zult het niet geloven maar ik ben gebleven. Nu al 3 jaar. Want ze waren dan niet ruig en bezaaid met tatoeages, ze maakten wel mooie muziek, ze waren erg aardig en begripvol. Vorig jaar speelden we op ons eerste (alcoholvrije)festival. En ik hoop nog veel meer optredens met ze te hebben want ze zitten voor altijd in mijn hart. Ze zijn wel niet stoer maar wel heel veilig en vertrouwd. Het zijn mijn veilige rockers.

* dit artikel is eerder gepubliceerd op ADHD positief

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s