Het was maandag, eind van de middag. Het was warm en ik was moe. Ik zat in de trein van Weesp naar Eindhoven. Het was al met al geen vrolijke dag geweest. Ik was de hele dag op pad geweest voor het eerder zo gevreesde en in een eerder blog beschreven gesprek voor een second opinion voor de woonlastenverzekering.
Het was er dus toch van van gekomen. Ik had in mijn beleving de hele middag heel veel moeilijke en vooral ongemakkelijke vragen beantwoord die professor psychiater K. mij namens mijn verzekering stelde. Uiteraard vloeide er weer veel tranen en de stress had mijn bloeddruk opgedreven tot grote hoogten, stelde de professor achteraf vast.
Tijdens de terugreis kon ik weer een beetje ademhalen. Na een uurtje naar buiten staren en werken aan een volgend blog mijmerde ik over wat ik nog meer kon doen voordat ik thuiskwam. De reis ging tot dat moment voorspoediger dan tevoren bedacht en ik voelde me de koning te rijk. Ik dacht er aan een uur extra tijd te hebben die ik zelf kon invullen voordat ik weer thuis werd verwacht. Wat een heerlijk vooruitzicht!
Plots schudde een lange minuut van heftig remmen van de trein mij abrupt wakker uit mijn mijmeringen. Er was iets gebeurd……. maar wat? Een echte klap had ik niet gehoord of gevoeld. Er werd al snel duidelijk wat er wel was. Door een zich hoorbaar vermannende vrouw werd omgeroepen dat er een aanrijding met een persoon had plaatsgevonden. Met de toevoeging dat ze vooral haar welgemeende excuses wilde aanbieden voor het ongemak. Het werd meteen onrustig in de coupé waarin ik zat. Was het door het bericht van de aanrijding of kwam het door de excuses voor het ongemak dat we onrustig werden? Bij mij kwam het door beiden…
Want, vroeg ik me af na de eerste schrik door de zelfdoding, waarom biedt men ons excuses voor het ongemak aan?? Welk ongemak bedoelde ze ? Voor wie was het ongemakkelijk? Voor de aangereden persoon? Voor de machinist? Voor de hulpdiensten? De excuses waren voor ons bedoeld. Wij, de passagiers, moesten wachten totdat we onze reis konden vervolgen en wij zouden het ongemak ervaren. Wij waren de klant. En die is koning.
Plaatsvervangende schaamte welde in mij op. Waren we nu een zo erg klagend volk geworden dat dit vooral ongemakkelijk voor ons was? Het zette mij en mijn mede passagiers aan het denken en er ontstonden groepjes in de trein die met elkaar van gedachten gingen wisselen.
In de stiltes die er vielen tussen de gesprekken dacht ik aan het “ongemak” genaamd wanhoop dat de bijna aangereden persoon had ervaren toen hij/zij de trein steeds dichter en dichter zag naderen.
Ik dacht aan het “ongemak “ genaamd angst van de machinist die hij had gevoeld toen hij de persoon zag staan op het spoor en zo erg schrok omdat hij de levens ontwrichtende ervaring had dat hij echt niks meer zou kunnen doen om het ergste van het ergste af te wenden.
Ik dacht aan het “ongemak” genaamd immens verdriet dat de nabestaanden straks zouden hebben als ze zouden horen dat hun dierbare deze wanhoopsdaad had uitgevoerd.
Ik dacht aan het “ongemak” genaamd hulpeloosheid van de hulpdiensten die straks de sporen van de aangereden persoon mochten gaan nalopen.
Ons “ongemak ” waarvoor de welgemeende excuses was niet in de verste verte het “ongemak” van de ander. We besloten de langere reistijd verder stilzwijgend te aanvaarden.
Helaas was het niet voor lange duur. Even verderop begon een vrouw van eind vijftig met een deftige stem en dito uiterlijk te roepen “dat het wel heel naar was maar dat het ook een enorme egoïstische daad was!!”
Over ongemak gesproken. Ik dacht even dat ik het niet goed hoorde. Mijn passagiersclubje en ik, wij konden even helemaal niets met deze opmerking. Mijn grote strijdlust tegen het negatieve stigmadenken over mensen met psychiatrische klachten kwam meteen naar boven maar tegelijkertijd werd ik er ook heel verdrietig van. Was het in de beleving van sommigen een egoïstische daad geweest? Kon iemand er anders over denken dan dat het een verdrietige wanhoopsdaad was? Was de waarheid dan toch daar daar waar het oog het zag? Ik bedacht me na mijn eerste reactie van boos zijn dat ik niet voor een ander kan en/of mag beoordelen hoe hij of zij dit ervaart, ik kan niet beslissen voor nabestaanden of zij het al dan niet een egoïstische daad vinden. Ik realiseerde me dat en ik zei niets. Omdat dat soms gewoon beter is.
Na bijna 3 uur mochten we overstappen op een andere trein en 20 minuten later fietste ik naar huis. Mijn vrije tijd was opgegaan aan treintijd maar was wel een hele waardevolle tijd geweest. Het was heel mooi geweest om de gedachten te mogen delen met anderen over het gebeurde. Ik had het geen seconde als ongemak ervaren.
Thuisgekomen was ik mijn eigen stressvolle dag voor de aanrijding allang vergeten……Het leek allemaal zo onbelangrijk. Ik kuste mijn 3 mannen met veel liefde en stak een kaarsje op voor alle slachtoffers. Ik wens ze heel veel kracht en sterkte.